Tuintip - Werk aan de winkel!

De siertuin

• Vroege bloeiers, zoals Chaenomeles en Forsythia, die reeds zijn uitgebloeid, mag je nu al snoeien. De snoeiwijze is voor beide soorten gelijk. Wanneer de twijgen zijn uitgebloeid kun je ze terug inkorten tot op twee ogen boven de basis. Bij oudere planten kan je takken met één derde terugsnoeien of bij de basis wegnemen om licht en lucht voor de plant te creëren. Dit stimuleert de aanmaak van nieuwe en jonge scheuten bij de plantenbasis.
• Geef alles in de siertuin volop water alvorens het te planten.
• Probeer tal van plagen te voorkomen door preventief te behandelen. Behandel rozen tegen sterroetdauw door plantversterkende middelen toe te dienen. Doe dit regelmatig zodat celwanden sterker worden en schimmels minder kans krijgen. Gebruik milieuvriendelijke producten.
  Zwakke planten zijn gevoeliger voor allerlei ziekten en plagen. Je kan ook altijd rozen kopen die resistent zijn tegen sterroetdauw. Controleer de rozen ook regelmatig op bladluizen. Door nu in te grijpen voorkom je later dit jaar een ware bladluizenplaag. Gebruik een middel op basis van natuurlijke olie of van pyrethrum of wrijf of spoel het nog beperkte groepje luizen gewoon van de planten.
• Planten die nu uitlopen kunnen eventueel worden getopt. Sedums, Gaura en andere vaste planten groeien steviger en compacter wanneer de eerst verschijnende scheuten worden afgeknepen. Ook Hydrangea arborescens ‘Annabelle’ kan je toppen zodat de struiken compact blijven waardoor ze minder snel openvallen. Ook bloeien sommige vaste planten beter als je de scheuten uitdunt wanneer ze uitlopen. Bij phloxen en lupinen bijvoorbeeld kan je één op drie of vier scheuten wegnemen naargelang de dichtheid van de pol om zo bloemen van topkwaliteit te verkrijgen.
• Je kan nog steeds lavendel snoeien maar dit is echt wel de laatste kans. Doe het nog zodat je struiken niet verhouten.
• Indien je reeds uitgebloeide narcissen hebt kan je de bloemen reeds weghalen door ze achter het verdikte gedeelte af te knijpen, zo gaat er geen energie van de plant verloren in de zaadvorming. Na circa zes weken nadat de bol is uitgebloeid mag je ook het loof verwijderen. Dit is echter niet nodig indien de narcissen tussen tal van vaste planten staan. Hun loof verschijnt stilaan en zal het slordige loof van de narcissen al gauw verbergen.

Groententuin

Geef alles wat gezaaid en geplant is bij droog weer met regelmaat water. Verspeen zaailingen van bijvoorbeeld tomaten die dan in juni buiten kunnen. Dun rijen van eerder gezaaid plantgoed. Behalve bij worteltjes, bieten en rapen kunnen gedunde zaailingen opnieuw worden uitgeplant. Scheuten van vroege aardappelen die reeds boven de grond uitsteken moeten nog worden beschermd met een vliesdoek tijdens koude nachten. 

Steun vroeg gezaaide doperwten met snoeihout en klimgaas.

Let op voor aardvlooien. Zij knabbelen gaatjes in bladeren van sluitkool, rapen en radijs. Aardvlooien, ook wel vlokevers, zijn kleine kevertjes die heel goed kunnen springen. Zodra ze je zien aankomen springen ze weg. Het zijn kleine kevers van amper 2 à 3 mm lang die behoren tot de bladhaantjes. Een aardvlo kan grote sprongen maken en veel soorten hebben een glanzende staalblauwe kleur of zijn zwart met gele strepen.
De aardvlo is een planteneter, die we vooral aantreffen op wortelen, prei, spinazie, courgette, suikerbieten, cichorei en witlof. Vooral de bladeren van jonge plantjes worden aangevreten en vertonen vensters en later gaatjes.