Bestuivingstabel kersenbomen

Het belang van bestuiving voor kersenbomen
Een kersenboom in bloei is een prachtig gezicht, maar zonder bestuiving komen er geen kersen aan de takken. Vooral honingbijen spelen hierbij een sleutelrol, want zij zorgen ervoor dat het stuifmeel van bloem tot bloem wordt overgebracht.
Bij zoete kersenbomen is kruisbestuiving meestal noodzakelijk. Dat betekent dat er in de buurt een andere, compatibele variëteit moet staan. Slechts enkele soorten zijn zelfbestuivend en kunnen zonder partner toch vruchten dragen. Voor de meeste zoete kersen geldt echter dat ze stuifmeel van een andere soort nodig hebben. Bestuiving met dezelfde variëteit levert geen kersen op.
Zure kersenbomen zijn een ander verhaal. Deze zijn bijna allemaal zelfvruchtbaar: ze hebben geen tweede cultivar nodig en kunnen zichzelf bestuiven. Daardoor zijn ze een stuk gemakkelijker in onderhoud en betrouwbaarder in de oogst.
Wie zoete kersen wil telen, doet er goed aan om minstens twee compatibele rassen samen te planten, bij voorkeur niet verder dan een 30-tal meter van elkaar. Zo vergroot je de kans op een rijke oogst, vol sappige kersen om van te genieten.